Betekenis geven aan de Cito-resultaten in deze bijzondere periode


2 November, 2020

Betekenis geven aan de Cito-resultaten in deze bijzondere periode


Twee keer per jaar analyseer je de Cito-resultaten. Dit is essentieel om te kunnen bepalen wat de leerling van jou als leerkracht nodig heeft. Maar dit schooljaar is alles een beetje anders... Corona heeft de wereld op haar kop gezet en dat heeft ook invloed op de Cito-analyse. Want wat doe je als je geen vergelijkingsmateriaal hebt? In hoeverre kun je nog vertrouwen op de getallen? En wat mag je nu eigenlijk verwachten van je leerlingen? In deze blog geven we je antwoord op deze vragen en sluiten we af met concrete tips voor een betekenisvolle analyse.

Wat is een analyse en waarom doe je het?

Voordat we het gaan hebben over deze speciale corona-analyse, eerst even de vraag: wat is een analyse eigenlijk en waarom doen we het? Bij een analyse ga je de huidige resultaten vergelijken met resultaten uit het verleden; vergelijkingsmateriaal. Zonder te weten wat “normaal” is, kun je ook niks zeggen over de huidige situatie. Vergelijken doe je op twee manieren: 

  • zowel cijfermatig: Cito-resultaten vergelijken met de gestandaardiseerde resultaten en bepalen of een leerling hoog of laag scoort, 
  • als intuïtief: gedrag van de leerlingen vergelijken met jouw eigen ervaring.

Op basis van die vergelijking kun je bepalen hoe de leerling het doet en wat deze van jou nodig heeft. In onze handreiking ‘Cito-analyse’ kun je zien hoe je normaalgesproken de Cito-analyse doet in Leeruniek.

Analyseren in deze bijzondere periode

De huidige situatie is een beetje anders: Corona heeft de wereld op haar kop gezet. In het onderwijs betekende dat: thuisonderwijs, lesgeven aan halve groepen en al dan niet uitgestelde Cito’s. In deze extreme omstandigheden hebben we geen vergelijkingsmateriaal: we weten niet wat “normaal” is. 

De verwachting was dat de leerlingen als gevolg van het thuisonderwijs over het algemeen lager zouden scoren. Dit komt inderdaad naar voren in meerdere onderzoeken: landelijk liggen de scores wat lager dan normaal. Maar op leerlingniveau zien we een gepolariseerd, onvoorspelbaar beeld: 

  • Sommige leerlingen zijn inderdaad minder gegroeid dan normaal;
  • Anderen juist veel méér;
  • En sommige leerlingen hebben een normale groei laten zien.

Je voelt op je klompen aan: dit hangt natuurlijk af van de thuissituatie, de werkhouding en andere kindkenmerken, oftewel: de context. Deze factoren zouden in een normale situatie minder zwaar meewegen. De leerkracht en de klasomgeving corrigeren hiervoor. 

Door het gebrek aan vergelijkingsmateriaal, weet je niet meer wat je mag verwachten:

  • Sommige scholen hebben de E-toets voor de zomer afgenomen, andere hebben diezelfde toets na de zomer afgenomen. Wanneer je de E-toets in september/oktober afneemt, zou je hogere scores mogen verwachten dan wanneer je die in juni zou afnemen. De leerlingen hebben immers meer onderwijstijd gehad. 
  • Tegelijkertijd zou je je lagere scores verwachten dan normaal vanwege de periode van thuisonderwijs.
  • En daar komt nog bij dat de groei sterk verschilt per leerling, afhankelijk van de context.

Hoe groot de afwijkingen precies zijn, is niet bekend en dat maakt het duiden nog ingewikkelder dan normaal.

Afwijkingen vlakken af

We mogen er vanuit gaan dat de effecten van het thuisonderwijs langzaam zullen uitvlakken, nu het onderwijs weer redelijk ‘als vanouds’ is. Om het tot de verbeelding te laten spreken: als het thuisonderwijs een steen in een plas water is, zijn de rimpelingen de behaalde resultaten van de leerlingen. Deze zullen in het begin sterk afwijken, zowel positief als negatief, maar met de tijd zal dit uitbalanceren en komen de leerlingen weer op hun normale niveau. 

Handvatten voor een betekenisvolle analyse
  • Wees voorzichtig met conclusies op groepsniveau. De resultaten van de leerlingen lopen sterker uiteen dan normaal (gepolariseerd beeld). Dat maakt het minder zinnig om iets over de groep als geheel te zeggen. 
  • Kijk meer naar de individuele groei en behoefte van de leerlingen. Houd rekening met de context: de thuissituatie, werkhouding, geboden hulp vanuit de school
  • In plaats van de vraag “Is de leerling voldoende gegroeid?” stel je jezelf de vraag “Wat heeft deze leerling nodig?”
  • Met deze kanttekeningen bij de resultaten, zul je - meer dan normaal - moeten vertrouwen op jouw ervaring als leerkracht. Je kunt niet alles weten, verwacht geen perfectie. 

Hopelijk helpen deze handvatten bij het doen van een goede analyse en het vaststellen van wat de leerlingen nodig hebben. Succes en bij vragen weten jullie ons te vinden!



Geschreven door:
Susan Konijn