zwaar weer

Het onderwijs verkeert in zwaar weer. Wat nu?


Het onderwijs verkeert in zwaar weer. Wat nu?

Het onderwijs verkeert in zwaar weer. Wat nu?


Het belangrijkste onderwijsrapport van het jaar, de Staat van het Onderwijs, leidde ook dit jaar weer tot een storm aan reacties. De headlines logen er niet om: de Telegraaf schreef dat we op een “zinkend schip” zitten, het AD hoorde de “alarmklok” luiden en de Volkskrant sprak over het “achteruitkachelen van de onderwijskwaliteit”. Het beeld is duidelijk: het gaat niet goed met ons onderwijs. Hoewel, er zijn ook scholen waar het wel lukt. De basisvaardigheden zijn er op orde, het lerarentekort is er klein en er wordt zorggedragen voor kansengelijkheid. Misschien is het gewoon tijd om af te stappen van de generieke en net iets te gemakkelijke gedachte dat het alleen maar slecht gaat met ons onderwijs en te focussen op de vraag die erna komt. Wat nu? 
De oorzaken duiden

Pas wanneer je een probleem analyseert en de (mogelijke) oorzaken in kaart brengt, kun je nadenken over oplossingen. Da’s logisch, zou Johan Cruijff zeggen. En ja, de titel van deze alinea verraadt het al. Er ligt niet maar één oorzaak ten grondslag aan de tanende onderwijskwaliteit op scholen. Was het maar zo. De problematiek zou vele malen makkelijker op te lossen zijn. In werkelijkheid is de situatie complexer dan dat. Onderliggende oorzaken zijn altijd situationeel van aard en vervlochten met de context van de school of de leerling. 

Natuurlijk hebben landelijke trends invloed op scholen. Denk aan het veranderende leesgedrag van kinderen en jongeren. Uit herhaald onderzoek blijkt dat 68% van de beginnende lezers vrijwel dagelijks een boek leest in de vrije tijd.  Aan het einde van de basisschool is dit afgenomen tot 35% en op vijftienjarige leeftijd tot 21%. Zonder enige twijfel heeft dit gevolgen voor de leesresultaten op de scholen. Maar niet op elke school en niet in gelijke mate. 

Uit ervaring weten wij dat er binnen scholen altijd aanwijsbare redenen zijn voor de problemen die er spelen. Ze hangen samen met de manier waarop de dingen in de school georganiseerd zijn, met de weerbaarheid van de leerkrachten, de ib’er(s) of de schoolleider en/of met de kennis en kunde die in de school aanwezig is. Iedere school heeft zijn eigen uitdagingen. Het is aan je collega’s en aan jou om ze te duiden. 

Samen zoeken naar wat werkt

Wat nu? Nou, we weten inmiddels wat niet werkt en dat is blijven benadrukken dat het niet goed gaat met het onderwijs in Nederland. Dus daar stoppen we mee. “Nu de focus houden”, zei de minister kort na de publicatie van de SVHO. Uit het rapport blijkt dat het op veel scholen gewerkt heeft. De afgelopen jaren is er veel aandacht uitgegaan naar de basisvaardigheden en de professionalisering van leerkrachten. Als we inzoomen op de pijlers ‘resultaten’ en ‘pedagogisch-didactisch handelen’ in het rapport, dan zien we dat respectievelijk 97% en 94% van de basisscholen hier voldoende of goed op scoren. Het is goed om te weten dat als we dingen belangrijk maken en onze aandacht focussen, dat het dan ook vruchten afwerpt. 

Welke dingen zijn dat dan? Daar wil je nu vast een antwoord op. Helaas is er geen eenduidig antwoord te geven. Om redenen die we hiervoor al noemden, zullen de oplossingen uit de scholen zelf moeten komen. Er is niet één ding dat voor iedereen werkt. De oplossingen zijn divers en contextafhankelijk, oftewel schoolspecifiek en kindspecifiek. Elke school zal zelf moeten zoeken naar wat werkt. Maar, als we voor even van ons geloof af mogen vallen, dan kunnen we toch één oplossing aanwijzen die zonder enige twijfel voor elke school en voor iedere leerling werkt: investeer in de leerkracht! Want goed onderwijs maakt het daadwerkelijke verschil. Altijd en overal. In de klas, in de school, in het latere leven van leerlingen en in de maatschappij.



Geschreven door:
Cora de Raaf



Weten hoe je je als school het beste voorbereid op een (onaangekondigd) bezoek van de onderwijsinspectie?

Download onze gratis handreiking!

Gratis downloaden!

Laat een reactie achter