Een (eind)toets is maar een (doorstroom)toets

Een (eind)toets is maar een (doorstroom)toets


In de meeste groepen 8 op basisscholen in Nederland is de eindtoets inmiddels afgenomen. Voor de laatste keer, want volgend jaar staat de doorstroomtoets op het programma. Een nieuwe toets die hetzelfde voor ogen heeft, namelijk een aanvulling geven op het schooladvies van leerlingen en inzicht verschaffen in de leerresultaten van basisscholen. Ook inhoudelijk blijft de toets vergelijkbaar met de eindtoetsen van voorgaande jaren. Maar een paar dingen veranderen wel en wij zetten ze voor je op een rijtje. Met hier en daar een kritische noot, want een toets is tenslotte maar een toets. Laten we het niet groter maken dan het is en de nadruk vooral blijven leggen op de 8 jaar die eraan voorafging.

1. De naam van de toets
De eindtoets krijgt een andere naam en gaat doorstroomtoets heten. Aan deze naam zou beter af te lezen zijn dat de ontwikkeling van leerlingen niet stopt in groep 8, maar gewoon doorgaat. Tja, hoe belangrijk is een naam? “That which we call a rose by any other name would smell just as sweet”, schreef William Shakespeare in Romeo and Julia. En zo is het. Maar het kan geen kwaad om op deze manier de feitelijke ononderbroken ontwikkeling van leerlingen nog eens te benadrukken.
2. Een centrale aanmeldingsweek
Er komt een centrale aanmeldingsweek voor het voortgezet onderwijs. In tegenstelling tot de eindtoets die afgenomen wordt na de aanmeldingen voor de middelbare school, vindt de doorstroomtoets ruim voor de centrale aanmeldingsweek plaats. Zo maken alle leerlingen, ook leerlingen met een aangepast schooladvies, evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur en de school die past bij hun schooladvies. Een bijkomend voordeel is dat middelbare scholen geen grijze haren meer hoeven te krijgen van wisselende leerlingaantallen tot laat in het schooljaar.
3. Het afnamemoment

Door de centrale aanmeldingsweek verandert het tijdspad van het schooladvies en de toets. Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies, ze maken in de eerste 2 weken van februari de doorstroomtoets, de uitslag is er uiterlijk 15 maart en ze ontvangen niet later dan op 24 maart hun definitieve schooladvies, precies op tijd voor de centrale aanmeldingsweek in de laatste week van maart. 

Dit betekent dat de doorstroomtoets anderhalve maand eerder dan de eindtoets wordt afgenomen. Het geeft leerlingen minder tijd om de referentieniveaus te halen en minder leerlingen zullen 2F of 1S halen. Tenminste, op papier. Leerkrachten stoppen natuurlijk niet met lesgeven en leerlingen niet met groeien na de afname van de doorstroomtoets.

4. Het schooladvies
Leerlingen krijgen bij een hoger toetsadvies automatisch een hoger schooladvies. Nou ja, bijna automatisch. Als het in het belang van de leerling is, kan de school nog steeds besluiten het advies niet te verhogen. Toch is het een kleine trendbreuk, waarbij we ons afvragen of er zo nog wel van een schooladvies gesproken kan worden. Een schooladvies is gebaseerd op 8 jaar zicht op leerlingen, een doorstroomtoets niet. De leerkracht lijkt er zo minder toe te doen. En het geeft leerlingen die graag een hoger schoolniveau willen dan hun schooladvies, nog steeds een prikkel om zich specifiek op de doorstroomtoets voor te bereiden. De huiswerkinstituten varen er wel bij. Kansengelijkheid niet.
5. Toetsstress
De eindtoets is een doorstroomtoets geworden om redenen van kansengelijkheid, maar ook omdat er op de eindtoets te veel druk lag. De uitkomst van de eindtoets kan er namelijk voor zorgen dat het schooladvies heroverwogen wordt. Maar is de druk met de doorstroomtoets wel echt van de ketel? De nieuwe naam klinkt misschien iets minder als een basisschoolexamen en het schooladvies kan bij deze toets alleen nog maar naar boven bijgesteld worden, maar of dit ervoor zorgt dat de toets in de praktijk echt minder bepalend wordt voor de schoolloopbaan van leerlingen, is nog maar de vraag. Lees de vorige alinea er nog maar eens op na. En uiteindelijk zijn het de scholen en de ouders die de meeste invloed op de hoeveelheid toetsstress bij kinderen hebben en niet (de naam van) een toets. Welke toets dan ook.


Geschreven door:
Cora de Raaf



Wil je meer weten over Leeruniek? 

Neem contact met ons op via onderstaande button.

Contact opnemen