Basisvaardigheden van deze en andere leerlingen versterken.

Basisvaardigheden versterken

Basisvaardigheden versterken

Doen we de goede dingen goed?


Er zijn al langere tijd zorgen om de basisvaardigheden van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. In de laatste de Staat van het Onderwijs, het jaarlijkse rapport van de Inspectie van het Onderwijs, worden er weliswaar lichtpuntjes in de ontwikkeling van deze vaardigheden gezien, maar de conclusie is dat de neerwaartse trend nog niet gekeerd is. Het Masterplan Basisvaardigheden en andere acties moeten het onderwijs in taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid versterken. Het is de bedoeling dat aan het einde van schooljaar 2027-2028 bij alle leerlingen de basis op orde is. Nu het schooljaar 2023-2024 een paar weken oud is, vragen wij ons af of we goed op weg zijn. Doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed? 
Eén miljard per jaar

Met het Masterplan Basisvaardigheden investeert het kabinet structureel 1 miljard euro in het primair en voortgezet onderwijs.  Er is gekozen voor een aanpak op zowel de korte als de lange termijn. De langetermijnaanpak richt zich op het werken aan het versterken van de basisvaardigheden van leerlingen via 5 pijlers:

  1. Extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren. 
  2. Kennis en beschikbaarheid van effectieve leermiddelen.
  3. Een goede aansluiting en gedeelde verantwoordelijkheid tussen school en omgeving (ouders, kinderopvang, bibliotheken).
  4. Door middel van onderzoek en monitoring goed zicht krijgen op de resultaten van basisvaardigheden en effectieve interventies.
  5. Het ontwikkelen van een goed, landelijk curriculum zodat het onderwijs een heldere opdracht heeft.

Op de korte termijn kunnen scholen die zelf aan de slag willen met het versterken  van de basisvaardigheden van hun leerlingen, subsidie aanvragen ter ondersteuning van hun plannen. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld een (extra) beroep te doen op experts, extra handen in te huren, nieuwe programma’s in te kopen of leerkrachten bij te scholen. Of deze financiële injectie leidt tot blijvende verbetering van het onderwijs? Dat is nog maar de vraag. Het kortetermijneffect ligt op de loer. Eigenlijk zou de regeling zo opgezet moeten worden dat scholen op een duurzame manier kunnen werken aan basisvaardigheden en onderwijskwaliteit. Hierbij moet oog zijn voor de verschillende oorzaken van het niveau van de basisvaardigheden en in kaart gebracht worden welke aanpak het beste werkt voor welke leerlingen. En dat voordat interventies ingezet worden. 

Ondersteuning vanuit basisteams

Het Masterplan Basisvaardigheden voorziet een deel van de scholen ook van ondersteuning door zogenaamde basisteams, door sommigen ook wel ‘vliegende brigades’ genoemd. Dit zijn teams met onderwijsexperts die door onderwijsadviseurs in dienst van OCW samengesteld worden. Hiermee wil de minister de basisvaardigheden op de lange termijn aanpakken en naar een hoger plan tillen. De teams bieden kennis, extra handen en hulp op scholen, zodat deze scholen er niet alleen voor staan. De bedoeling is dat het eigenaarschap bij de scholen blijft liggen en dat de effecten duurzaam zijn. 

Het onderwijsveld blijkt het meest kritisch op dit onderdeel van het Masterplan. Het zou meer kans van slagen hebben als de scholen de ondersteuning zelf regelen, het zou leiden tot extra werk voor leerkrachten die al meer dan genoeg te doen hebben en het zou het lerarentekort verder vergroten, omdat de basisteams gevuld worden met goede leerkrachten en onderwijsondersteuners uit de omgeving van de scholen. Wij vragen ons vooral af: waarom investeren in onderwijsexperts buiten de scholen in plaats van in de onderwijsexperts binnen de scholen? Onderwijs versterk je van binnenuit, te beginnen in de klas. 

Menukaart met bewezen effectieve interventies
De toegekende gelden, zowel in de vorm van subsidies als in de vorm van basisteams, mogen alleen gebruikt worden voor bewezen effectieve interventies. Om die reden is de interventiekaart verbetering basisvaardigheden in het leven geroepen. Deze kaart, voorheen menukaart genoemd,  bevat aanpakken die in de praktijk bewezen effectief zijn om de basisvaardigheden van leerlingen te versterken. Scholen kunnen hieruit een aanpak kiezen voor taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. De menukaart is een levend document en wordt regelmatig bijgewerkt en aangevuld, vooral op de gebieden van burgerschap en digitale geletterdheid.


Er is brede consensus over de menukaart als handig hulpmiddel. Heel veel groter dan dat moeten we het niet maken. Wil je de basisvaardigheden versterken met de inzet van wetenschappelijk onderbouwde interventies? Investeer dan in leerkrachten en vertrouw erop dat zij vanuit hun professionaliteit de juiste aanpak kiezen.
Curriculumherziening door SLO en het onderwijsveld

In het najaar van 2022 lanceerde SLO een online platform met feiten en cijfers over taal en rekenen, adviezen en praktische handreikingen voor het versterken van de basisvaardigheden. Inmiddels is daar ook burgerschap en digitale geletterdheid bijgekomen.  Daarnaast worden er in opdracht van OCW nieuwe concrete kerndoelen voor alle leergebieden ontwikkeld, te beginnen met de basisvaardigheden. De huidige kerndoelen zijn niet meer actueel en bereiden leerlingen niet optimaal voor op het vervolgonderwijs en de toekomst.  

Een geactualiseerd en concreet curriculum is belangrijk. Laten we alleen niet vergeten dat we er met alleen het ‘wat’ niet komen, dat het ook gaat om het ‘hoe’. Een goed curriculum staat of valt met de leerkracht voor de klas. 

Verscherpt toezicht op de basisvaardigheden

De inspectie ziet sinds het begin van dit schooljaar scherper toe op de wettelijke eisen rondom de basisvaardigheden. Om die reden is er onder andere een nieuwe standaard aan de onderzoekskaders toegevoegd. In deze standaard kijkt de inspectie naar het doelgericht plannen en realiseren van het curriculum voor taal, rekenen en burgerschap. Leerkrachten, ib’ers en directeuren moeten zich goed kunnen verantwoorden over hun doelen en de inspectie zal sneller ingrijpen bij achterblijvende kwaliteit. 

Het verscherpte toezicht helpt het onderwijsveld om te zien waar het goed en niet goed gaat. We moeten er wel voor waken dat we onze blik niet vernauwen tot alleen de meetbare toetsresultaten. Onderwijskwaliteit is meer dan dat. 

Doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed?
Ons antwoord? Er gebeuren goede dingen en er gaan dingen goed. De overheid neemt meer dan voorheen de regie en probeert de randvoorwaarden voor goed onderwijs beter te organiseren. De langetermijnaanpak is veelbelovend. Maar om met de woorden van de PO-Raad te spreken: “Het op orde krijgen van de basisvaardigheden is een taai vraagstuk”. Het vraagt om focus, vakmanschap van (voldoende!) leerkrachten en een organisatie die gericht is op het verbeteren van de basisvaardigheden. Ieder plan is gedoemd te mislukken als er onvoldoende goede leerkrachten voor de klas staan. 


Geschreven door:
Cora de Raaf



Wil je in het nieuwe schooljaar op de hoogte blijven van
de laatste onderwijsontwikkelingen? 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Schrijf je in

Laat een reactie achter